Een Schippersfamilie
Het
mag duidelijk zijn dat de de Leeuw van Weenens sterk
verbonden zijn met rivier en zee. Dit begon al met Jan
van Weena in 1711. Daarvan was al bekend dat hij als
schipper ging varen over de Hollandse wateren. Zijn zoon
Pieter van Weena uit 1746 was ook binnenvaartschipper en
ook zijn zoon Aart (1776) voer vanuit Middelharnis.
Stamvader Pieter de Leeuw van Weenen (1810) was een
schipper en zijn 5 zonen voeren op de binnenvaart.
Vervolgens komt er in mijn tak een schokkend einde aan
het zeemansbloed. Aart *1840 valt in 1876 uit de mast
van zijn schip 'De Wilhelmina' en laat het leven. Zijn
zoon Petrus *1871
tekent afstand van dit schip en wordt een landrot.
Andere
takken zijn echter volop blijven varen. Lees maar eens
het artikel uit 2008 in de Binnenvaartkrant over Stephan
en Jennifer de Leeuw van Weenen en hun schip de Formosa.
Ook zijn veel Leeuwen betrokken gebleven bij de
scheepvaart.
Heden ten dage heeft bijvoorbeeld Jan
Teunis 1943 uit Maasbracht (Limburg) een bedrijf
in het repareren van schepen (geen sport- en
recreatievaartuigen). Dit bedrijf heet de Leeuw van
Weenen Scheepsreparatie V.O.F.
Ook werkt ene Jan de Leeuw van Weenen voor het
Berichtencentrum voor de Binnenvaart (RIZA,
Lelystad) en is daar betrokken bij de
scheepvaartberichtgeving.
Of wat dacht je van V.O.F.
de Leeuw van Weenen. Het ter beschikking stellen
van arbeidskrachten ten behoeve van scheepvaart.
Het
lijkt me daarom leuk om hier ook wat foto's van schepen
te vermelden waar Leeuwen op varen of gevaren hebben.
Hiervoor ben ik afhankelijk van aanvoer dus stuur me
jullie foto's. 
Stamvader
PIETER DE LEEUW VAN WEENEN*1810
Geertruida Maria
In 1854/55 voer Pieter
*1810 op de Tjalk de Geertruida Maria. Vernoemd
naar zijn vijfde dochter. In het boek met de havengelden
van Dordrecht is te vinden dat hij op 7 april 1854 en 21
mei 1855 havengeld heeft betaald. Hij was met zijn schip
met een lading van 55 ton in de haven van de gemeente
Dordrecht.
Het havengeld was in die tijd f 0,01 per ton, dus hij
betaalde f 0,55 havengeld.
Over het schip staat op de prachtige site Gensearch
het volgende:
Rijnvaartpatenten te Dordrecht
1863(1862)-1875
|
|
|
|
Datum : 19-08-1863
|
Nummer : 1520
|
|
Schip : Geertruida Maria
|
Grootte schip : 1316 (in
centenaars)
|
Soort schip : tjalk
|
Gevoerd (na 17-07-1869 diepgang)
: ongevoerd
|
Overdekt (of niet) : overdekt
|
Leges : f 3
|
Schip geschikt voor : alle goederen
certificaat
|
|
Meer over deze
Tjalk op de pagina van Pieter
*1810
De
Tak CORNELIS DE LEEUW VAN WEENEN*1846
Concordia
Cornelis *1846,
is binnenvaartschipper op 3 schepen geweest. 'Johanna
Maria', 'Concordia' en 'Mijn Verlangen'. Op de foto
staat hij links met baard. Pieter Willem *1939 van wie
ik de foto heb gekregen schrijft hier het volgende over:
"Op het schip Cornelis met Jacomina, zijn 2e vrouw,
waarmee hij trouwde in 1900, en jongste zoon Arie
*1891. Als je kunt schatten hoe oud Arie is,
weet je wanneer de foto is genomen. Het is een oude
goederenstoomboot zonder machine (dus sleepschip). In
Vreeswijk was aan de Lek een aanlegplaats voor een
goederenlijndienst van de firma Concordia.
De levensfasen van Cornelis waren: 1) varen; 2) begin
1900 winkeltje in Rotterdam; 3) mogelijk kort weer
varen; 4) wonen, misschien met winkeltje, in
Dordrecht; 5) wonen in Roterdam, timmerwerk
verrichtend; 6) wonen in Vreeswijk, achtereenvolgens
op 3 verschillende plekken; overleden in 1921.
Het is een foto van een foto, afgedrukt, gescand en
gecomprimeerd tot JPEG."
In de
Rheinschiffs-Registers in de bibliotheek van het
Maritiem Museum kunnen de volgende gegevens over dit
schip worden teruggevonden (met dank aan Ben Remie):
C. de Leeuw van Weenen Zevenbergen Concordia patent Den
Haag 1882 voor z.s. van Bazel tot in zee.
Markab

Dit
schip is door Pieter
*1874 gekocht op een openbare veiling ten behoeve
van zoon Hendrik (Henk) Harber *1902. Zoon Henk
telegrafeerde een adviesbod, maar dat kruiste een
telegram van Pieter. Het bod van Pieter lag een paar
duizend gulden hoger. De koopprijs kwam op 39000 duizend
gulden. Het schip was betrekkelijk nieuw, maar zeer
verwaarloosd. De naam "Markab" had het schip bij de
aankoop reeds. De naam is Arabisch voor "schip". Door
het kadaster wordt als datum van aankoop aangehouden 30
april 1929. De omschrijving van het schip in het
kadaster luidt: "stalen motorzeilschip, ingericht als
vrachtschip voor koopmansgoederen, hebbende een dek,
twee masten, voortbewogen door een Kromhoutmotor van 100
P.K., bestemd voor de vaart ter zee". Het is gebouwd in
1926 op de Noord-Nederlandsche Scheepswerven te
Groningen. Lees hier
meer over de Markab.
Azolla

Het schip
is in 1982 gebouwd als sleepschip Hanna. In april 1918
koopt Pieter
(*1874) het schip en na enkele reparaties aan het
fornuis en het klinkwerk gaat hij er met zijn oudste
zoon Hendrik Harber (*1902) mee varen. Zijn vrouw Bets
woont in die tijd samen met de andere kinderen tijdelijk
aan de wal in Vreeswijk. Het jaar daarop wordt het schip
omgebouwd tot zeilschip en wordt de accommodatie in de
roef geschikt gemaakt voor het hele gezin. Omstreeks
1920 verhuist het gezin terug aan boord en ontvangt het
schip de nieuwe naam Azolla.
In 1924 wordt het schip zeewaardig gemaakt. In 1927
wordt een 80 pk 2 cilinder Hollandia gloeikop motor
ingebouwd en de stuurhut en de theehut geplaatst.
In 1939 gaan
Piet en Bets aan de wal wonen in Dordrecht. Zoon Teun
(*1913) en schoondochter Jo Lenten, die sinds hun
huwelijk in 1937 ook aan boord wonen, zetten de vaart
met de Azolla voort. Ongeveer in 1958 wordt de Azolla
verkocht en gaat Teun met zijn gezin over op de grotere
Largo.
Progres

Pieter *1874
en Hendrik
Harber *1902 hebben behalve op de Azolla ook
gevaren op de Progres in 1910.
Het volgende krantenstukje vond ik in het NRC van 14
juli 1913, waarin aangegeven wordt dat op 12 juli 1913
vanuit Hamburg de progres is vertrokken met onbekende
bestemming.

Direct na de 1e
wereldoorlog was het crisis, met name ook in de
scheepvaart. Mijn Pieter 1874 heeft, ca 1917 het schip
tegen een heel goede prijs kunnen verkopen.
In het NRC van
15 december 1920 wordt het schip door te nieuwe eigenaar
(opeens Progress met dubbel s) in de verkoop gezet.
(Bedankt Erica van Gensearch
)

In
de "schuttevaer" van 12 februari 1983 staat het volgende
te lezen over dit schip:

"In 1902
liep van de werf Ruitenberg te Waspik de Klipper
"Progres" te water, in opdracht van Schipper Opstake.
Later werd het schip, dat met een laadvermogen van 324
ton tot de grootste onder zijn soortgenoten gerekend
kon worden, verkocht aan schipper De Leeuw van Weenen.
Evenals de Adriana "van Muller, bekend uit de vaste
rubriek "Herinneringen van een oud-schipper" in dit
blad, was de "Progres" een snelle zeiler. Op de
Oostzee haalde men eens 36 mijl op een wacht, dat wil
zeggen 9 mijl of +/- 17 km per uur, schrijft inzender
H.H. de Leeuw van Weenen uit Haarlem. De foto stamt
uit plm. 1910 en werd in een Duitse haven genomen.
Carpe Diem

Hendrik
Harber *1902 heeft het scheepje na de oorlog
gekocht als ijzeren casco en toen omgebouwd naar een
charterscheepje met 16 slaapplaatsen voorin, onder het
bakdek, verdeeld over 8 hutten. Onder het achterdek was
geen stahoogte. Toen het onderhoud teveel werd, heeft
hij het schip verkocht, ongeveer in 1972. Rond 2008 is
het schip nog gezien, maar de steven was inmiddels
veranderd in een rechte vooruitvallende steven. Er
hebben veel stoomscheepjes gevaren van ongeveer deze
afmetingen, met vracht en als veerbootje. Het hoge
bakdek bood dan ruimte voor passagiers. De grote
rechthoekige raamopeningen die er oorspronkelijk waren
wijzen ook op gebruik als passagiersruimte. Lengte over
alles: 19,30 meter; breedte 3,68 m; diepgang 1,2 m.
Helene
Hendrik
Harber *1902 is ook kapitein geweest van de
Helene. Hier heeft hij zelfs een lied over geschreven op
de wijs van Ketlebinkie. In de "Schuttevaer" van 16 juni
1951 is dit lied gepubliceerd. Lees er hier maar over:
Toen wij van
Spaardam vertrokken
Met de Heleen, de palingschuit
met reputatie in het verleden
En grootse plannen in het vooruit.
......lees
verder.
Largo

Ook
heeft Teunis *1913 gevaren op het sleepvrachtschip de
Largo. Op de site van de vereniging 'de
Binnenvaart' kan je lezen dat dit schip gebouwd is
in 1900 op Bouwwerf De Hoop in Lobith. Het schip is door
de jaren heen 5x van eigenaar gewisseld en ook omgebouwd
naar motorvrachtschip. Teunis was eigenaar van 1958 tot
1964.
De Dolfijn
Op
de site van Arendnet
Scheepvaart over de vergane glorie van de
Nederlandse Koopvaardijschepen staat vermeld dat de 3e
eigenaar van dit schip Pieter
de Leeuw van Weenen (*1910) is. Pieter is de broer
van hierboven genoemde Teunis *1913.
Deze coaster is (net als de Markab) gebouwd op de Noord
Nederlandsche Scheepswerven te Groningen in 1928. Het
schip heeft in 1945 gevaren onder duits toezicht, is in
1952 verbouwd en uiteindelijk in 1973 gesloopt door
Scheepssloperij "Koophandel", te Nieuwlekkerkerk.
Rijn en Schelde

In
juli 2006 had ik een zeer aangenaam telefoongesprek met
Finus *1921. Finus had een artikel laten publiceren in
het Verenigingsblad van 'De
Binnenvaart' (jaargang 2001 nummer 1 blz 23) over
het wel en wee van een schippersgezin. Het verhaal gaat
over de avonturen en reizen van zijn vader Tinus
*1887 (uit de tak Cornelis *1846), met de drie
schepen die hij in eigendom
heeft gehad. De Rival, De eerste RIJN & SCHELDE en
de tweede RIJN & SCHELDE. In het telefoongesprek gaf
Finus mij toestemming om het stuk ook te publiceren op
de site. Klik
hier om het te lezen.
Constant

Eigenaars
van dit in 1932 door Scheepswerf Van der Werff uit Deest
gebouwde schip zijn van 1932 tot 1938, Pieter
1874 en zijn zoon Hendrik
Harber 1902 en van 1938 tot 1941 Hendrik Harber.
In 1941 werd het schip door de Duitse bezetter in beslag
genomen en ondergebracht bij Duitse rederij. Na de
oorlog hebben de oorspronkelijke eigenaars haar terug
gekregen, waarna het in 1948 verkocht werd. Van Roel
Zwama (http://surf.to/shiplover)
kreeg ik te horen dat de Constant in 1972 verkocht is en
verhuist is naar Belgie. Dat is het schip gebruikt voor
in de sportvisserij na wat aanpassingen onder de naam
Bounty IV. Of het nog in de vaart is is onzeker.
Hieronder volgt een technische specificatie:
LXBXdiepte
40,78 X 6,28 x2,36 meter
Inhoud:
199 bruto registerton, 118 netto
Laadvermogen:
240 ton
Motor:
2-cil 2-tact Bolnes, 110 PK
1953: 200 PK 4-cil. 2-tact Bolnes
Snelheid:
8,5 mijl
Bouw:
Gebr. vd Werf, Deest, 1932
Bouwnummer:
190
Roepnaam:
NKWV
Eigendom
1932-1938:
NV M.S. WOPO (directie: vader P. de Leeuw van Weenen en
zoon H.H. de Leeuw van Weenen)
1938-1941:
H.H. de Leeuw van Weenen (roepnaam: PDLI)
1941-1945:
(Duitse eigenaar)(naam: Herta Johanne)
1948-1953:
F. Blaauw (naam: Constant)
1953-1972:
H. Engelsman (naam: Tanny)(roepnaam PHXU)
1972
S.P.R.L. Bounty (Bount Ltd), te Ostende(naam: Bounty 4)
Verbouwd
1956 verlengd
1965 mast en laad- en loslier verwijderd
1972 omgebouwd voor sportvisserij
Gerja

In 1939 kopen
Gerrit Serné en Jacomina
Johanna (Mina) de Leeuw van Weenen (*1908) met
hulp van vader
Pieter (*1874) het schip de Corja. Het schip is in
1914 oorspronkelijk gebouwd als sleepschip en had een
open stuurstand met een platliggend stuurrad.
Gerrit en Jacomina veranderen de naam in Gerja. Maar al
in 1940 wordt het schip te Velzen gevorderd door de
Duitsers. Gerrit en Mien moeten er op staande voet af.
Na de oorlog is het zwaargehavende schip teruggevonden
in Groningen. De toestand was zodanig dat zwager Henk
de Leeuw van Weenen zei: Zou je er geen boot
voorzetten en het buiten Hoek van Holland brengen? Maar
na een jaar van opbouwwerkzaamheden is het schip
december 1946 weer in de vaart gekomen.
In 1954 laten Gerrit en Mina een motor inbouwen. Vanaf
1964 tot 1967 varen schoonzoon Teun van Valen en dochter
Mijntje Serné op de Gerja. Daarna varen Gerrit en zijn
zoon Piet Serné samen nog een aantal jaar door totdat
het schip omstreeks 1969 wordt gesloopt.
Lees
hier meer over de
Gerja.
Corja

Cornelis
Teunis *1907, was schipper op schip 'Corja' en
transporteur op een scheepswerf.
Cees en Jannigje
hebben gevaren op de m/s Corja van 1938 tot 1964.
Hun zoon Matheus
Jacobus heeft de m/s Corja 1964 overgenomen van
zijn vader en is eigenaar geweest tot 1970.
Marja

Matheus
Jacobus heeft vanaf 1980 tot en met augustus 2001
gevaren op de Marja.
Variabele

Eigenaar
van dit schip was Christiaan Willem 1877 en later Pieter
Cornelis 1903.
Op de zijkant staat te lezen "Variabele, Halsteren".
Op de foto uit
1926 staat Christiaan Willem 1877 met eerste vrouw en
dochter Becky.
Michiko

De
variabele werd omgedoopt tot Michiko toen Pieter
Cornelis *1903 het schip overnam van zijn vader.
Het schip werd in 1916 gebouwd te Moerdijk.
Stephan

Eigenaar
in 1975 van dit schip met de oorspronkelijke naam
'Cleopas' was Bernardus *1946 uit Rotterdam. Het schip
werd in 1921 gebouwd te Walsum. Bernardus heeft het
schip zo rond 1987 weer verkocht.
Op de
site van binnenvaart.nl zijn meer details te
vinden.
Spes Nostra

Na de bouw in
1926 was de eerste eigenaar van dit schip Christiaan
Willem *1877 uit Dordrecht.
Zijn zoon Jacobus
Hendrikus *1907) te Rotterdam werd in 1953
eigenaar van dit sleepvrachtschip. Hij liet het in 1954
in Papendrecht ombouwen tot motorvrachtschip. In 1966
werd Christiaan Willem* 1936 uit Zeist de eigenaar. Het
schip is in 2000 gesloopt.
Ina

Twee
familieleden zijn eigenaar geweest van dit schip. In
1961 was dit Jacobus
Hendrikus *1907 uit Rotterdam en in 1974 was dit
zijn zoon Pieter
Cornelis *1939. Hij heeft het schip datzelfde jaar
nog van de hand gedaan. De oorspronkelijke naam van dit
schip uit 1956 was 'Ernst' en het is gebouwd in Berlijn.
Eben Haezer

Christiaan
Willem* 1936 was kapitein van de Eben Haezer en heeft
hier samen met Pieter
Cornelis *1939 op gevaren.
Va-banque

Berend *1954 is
eigenaar van dit prachtige schip. Hij vaart anno 2008
nog steeds op de Va-banque.
Dit binnenvaart tanker type C is 135m x 16,75m. Deze
tanker uit 2004 is voorzien van:
- Compleet
nautisch pakket
- Complete elektrische installatie volgens het NETmate
databus systeem
- Dubbele hydraulische stuurmachine met onafhankelijke
bediening en volgsysteem
Meer foto's van
dit schip op de
site van Navmate.
Het casco komt uit China (Nantong Yahua Shipyard) en is
samen met meerdere casco's op een ponton naar nederland
gesleept.
Daar dit allemaal nogal wat vertraging had, was het
schip hier 10 maanden later dan gepland.
In Dordrecht is het schip toen volledig afgebouwd door
Dolderman BV uit Dordrecht. 10 juli 2004 is het schip
gedoopt en was de open dag, en 15 juli is de eerste reis
geladen. Met dit schip varen ze in vast contract voor de
BASF naar Ludwigshafen.
Meer specificaties kan je hier
terugvinden.
Voor deze
Va-Banque heeft Berend en zijn vrouw Annegien gevaren op
een andere Va-Banque. Dit schip is verkocht in
febr.1993. Toen is in samenwerking met twee broers "de
Jonge" (goede vrienden van het de familie) een nieuwe
tanker gebouwd, 110 x 10,50 2100 ton. Hiermee hebben ze vast gevaren
met cerosine voor het vliegveld van Frankfurt. Dit schip
is weer verkocht in febr.2002
De naam
Va-banque is een term uit het roulettespel. Het betekent
'alles inzetten' (va - banque spelen ). Dit vonden ze
een mooie naam omdat het op verschillende manieren valt
uit te leggen:
Je zelf volledig inzetten, en natuurlijk al je geld.
De Igona
Op de site
van Papendrecht kan je lezen dat Cornelis de Leeuw
van Weenen *1913 gevaren heeft op een sleepboot de Igona
(geen eigendom). Zijn dochter Martha *1950 schrijft hier
het volgende over:
Burgemeester De
Bruin bezocht maandag 9 december om 14.15 uur de heer en
mevrouw De Leeuw van Weenen om hen te feliciteren met
hun 65-jarige huwelijk. Het diamanten echtpaar woont op
het adres P.S. Gerbrandystraat 117 in Papendrecht.
'Mijn ouders hebben elkaar ontmoet bij een
familiebijeenkomst. Zij zijn beiden afkomstig van de
binnenvaart. Daar mijn vader al op 6-jarige leeftijd
zijn vader heeft verloren had hij een voogd en in deze
familie was een nicht van mijn vader verloofd met de
broer van mijn moeder.
Na zijn huwelijk heeft hij de zeevaart (bij zijn oom
aan boord) vaarwel gezegd en is bij de KNSM
terechtgekomen, deze maatschappij had schepen welke op
de rijn voeren. Mijn moeder woonde in deze tijd aan de
wal in Amsterdam.
I.v.m. de oorlogsjaren hebben zij, waar werk was
gewerkt en waren woonachtig in Rotterdam. Maar de
angst om tewerkgesteld te worden in Duitsland hebben
zij besloten om samen te gaan varen en zijn
terechtgekomen bij de fa. Akkermans. Deze familie voer
ook op de rijn van Rotterdam naar Basel. In mei 1945
is hun 1e kind geboren, Corrie, en in 1950 de tweede,
Martha.
Door heimwee van de kinderen (die inmiddels naar
school moesten) is mijn moeder in Rotterdam aan de wal
gaan wonen en mijn vader is als afloskapitein gaan
varen.
Inmiddels is de fa. Akkermans overgegaan naar de fa.
Haniël waar hij tot zijn 65e
jaar heeft gewerkt als medewerker in de buitendienst.
In 1980 zijn mijn ouders in Papendrecht komen wonen en
mijn vader heeft na zijn 65e nog
12½ jaar gewerkt bij Fräser een
verzekeringsmaatschappij, eerst als kantoormedewerker
en na 3 jaar is hij gevraagd om op het sleepbootje de
"Igona" met relaties van het bedrijf te varen in de
Rotterdamse haven.
In 1991 is hij daadwerkelijk met pensioen gegaan.'
Saarland

Van Fred van de
Hek kreeg ik de volgende reactie op deze site:
Hallo Jan
,ik zag de naam (de Leeuwvanweenen) op de site van
Binnenvaart web log en dat is de Kapitein van de
Saarland geweest bij de Fa.Akkermans. Ik heb hem nog
gekend want mijn vader was Kapitein op de Zaanland en
ik heb nog gevaren op de Grebbeland. Hij is begonnen
als opvolger van Freek Louwen als baas van de lichters
(dat waren kleine schepen die vracht gingen halen voor
de grotere schepen zodat de wachttijd werd verkort
,daarna is hij gaan varen op de Saarland nr; 4 deze
Saarland vaart nog steeds als Kevin.
Helaas weet ik geen voornaam ,ik schat dat hij de
leeftijd van mijn vader had en die was van 1905 .hij
was kapitein op de Saarland ,dit schip was eigendom
van de Fa. Akkermans deze Fa. Hete ook NSRA
(Nederlandse Stoomboot Rederij Akkermans) ik heb als
kind (ik ben van 1944) hem redelijk goed gekend omdat
het een kleine Fa.was kende iedereen elkaar , dus
vandaar dat ik ook alle schepen op zoom.nl heb gezet
ook op de site van binnenvaart web log staan deze
foto's onder Nostalgie. Ik heb je ook een foto
gestuurd waarop de Saarland te zien is met wat
kinderen op de kade misschien zijn het de kinderen van
de Leeuw van Weenen . Op de foto staat mijn vader
beneden rechts ,ik heb de site van Papendrecht gelezen
en volgens mij is dat de persoon waarover we spreken
die in 2002 65 jaar getrouwd
Dat is dan
duidelijk. Dat moet wel Cornelis de Leeuw van Weenen
*1913 zijn.
Meer foto's van
dit schip zijn te zien op: www.shipfoto.nl
Chrijo

Een beetje
schipperszoon doet in ieder geval aan pleziervaart. Deze
boot was van Johannes
Gerardus *1946.
De naam van deze heck kruizer was een samentrekking van
Chris en Joop.
Henny

Zo voer Cornelis
Johannes Marinus 1937 en zijn vrouw Hendrika
(Henny) Ockeloen op de .... Henny.
Lennart H

Klaas
Bernardus *1920 heeft hier als binnenvaartschipper op
gevaren.
Meer informatie over dit schip op de site van binnenvaartschepen.
Johanna Maria
Cornelis *1846
is binnenvaartschipper op 3 schepen geweest. 'Johanna
Maria', 'Concordia' en 'Mijn Verlangen'.
In de
Rheinschiffs-Registers in de bibliotheek van het
Maritiem Museum staat dat dit schip in 1884 in bezit was
van Cornelis. Ook
staat er dat in 1890 een binnenlands patent werd
verleend.
Mijn verlangen
Cornelis *1846
is binnenvaartschipper op 3 schepen geweest. 'Johanna
Maria', 'Concordia' en 'Mijn Verlangen'.
Rival
Zoon
Martinus *1887
heeft gevaren op dit schip dat beschreven staat in dit
artikel.
Intenation
Kleinzoon
Teunis * 1913 heeft na de 'Azolla'
en de Largo gevaren op de 'Intenation'.
Joma I, II en III
Kleindochter
Johanna Maria * 1901, heeft met kapitein-eigenaar
Hendrik van Nood gevaren op kustvaarders ' Toma
I,II,III'.
Trasico
Christina
Wilhelmina *1913 heeft samen met haar man Joannes
Jacobus Besjes op dit schip gevaren.
Calimero
Bernardus
*1946 heeft als binnenvaartschipper gevaren op dit
schip.
Formosa
Zijn
zoon Stephan
*1973 vaarde op de Formosa. Deze naam draagt zowel
een schip dat hij gekocht heeft in 2003 als een schip
dat gebouwd is in 2008. Hij heeft er op gevaren met zijn
gezin tot en met 2007.
Formosa 2008
Zoals
hierboven vermeld staat, vaart Stephan
*1973 op de Formosa. Dit schip is gebouwd in 2008.
Het heeft een lengte van 110 x 11,45 meter en een
diepgang van 3,63 meter. De tonnenmaat is 3.250. De
Wärtsilä 5-bladsschroef met een diameter van 1.850
millimeter wordt aangedreven door een Mitsubishi S16R
van 1.700 pk bij 1.600 omwentelingen. De energie voor de
Verhaar 4-kanaals stuurrooster boegschroef komt van een
620 pk Volvo Penta.
Comienzo
Berend
*1954 en zijn vrouw Annegien hebben gevaren op een spits
de "Comienzo" wat het spaanse woord is voor begin. Dit
schip is verkocht in nov.1981
De Noordvaarder

Nel
de Leeuw van Weenen vaart op dit moment als begeleider
op de Noordvaarder.
De Noordvaarder is als vanouds het vlaggenschip van de Zeilgenieters.
Wat het stamcafé is voor de Jordanees is de Noordvaarder
voor de doorgewinterde Zeilgenieter. Zij is gebouwd in
1909 op de werf van De Boer in Lemmer. Deze 2-mast
klipper bleek al vrij snel "het water goed los te
laten", een voorwaarde voor goed en snel zeilen. Door de
ranke vorm en uitgekiende tuigage werd dit schip een
snelle zeiler die al menig passagier met de zeilkoorts
heeft aangestoken.
Ik ken Nel niet, dus Nel als je dit leest wellicht kan
je er zelf meer over vertellen?
De
Tak AART DE LEEUW VAN WEENEN*1840
De Wilhelmina
Geen idee hoe
dit schip eruit heeft gezien. Ik moet het vooralsnog
doen met de historische vermelding dat Aart *1840 in het
jaar 1876 nog voer op dit schip en dat Petrus
1871 afstand van dit schip tekende in 1892.
Mocht er bij jullie meer bekend zijn over dit schip, ben
ik zeer geinteresseerd.
De
Tak PIETER DE LEEUW VAN WEENEN*1843
De Vijf Gebroeders
Op de site van
Gensearch
staan Rijnvaartpatenten vermeld te Dordrecht 1862-1875.
Op 17 juli 1873 is pattent nummer : 111 verleend aan
Pieter de Leeuw van Weenen voor het schip : De Vijf
gebroeders. Ik vermoed dat dit Pieter *1843 is.
De vijf gebroeders slaat natuurlijk op de vijf zonen van
Pieter *1810:
Jan *1835
Aart * 1840
Pieter *1843
Cornelis *1846
Martinus *1849
Grootte schip
: 1991,42
Soort schip : tjalkschip
( Bron: Stadsarchief Dordrecht/DiEP 67-10)
In de
Rheinschiffs-Registers in de bibliotheek van het
Maritiem Museum kunnen de volgende gegevens over dit
schip worden teruggevonden (met dank aan Ben Remie):
1879 P. de
Leeuw van Weenen Rosendaal Vijf Gebroeders, eigenaar,
lopend nr. 2052, bjr. ?, laatste belangrijke
reparatie 1876, ingesoht, vast dek, hout, tragfertigkeit
in Ctr. zu 50 Ko. 1991, 3 bemann., met lekkleed,
geklass. voor gehele Rijn, laatste onderzoek 1874, te
Dordrecht, waarde DM 6800,-.
1882 Vijf
Gebroeders dan gebouwd Groningen 1863, laatste grote
repar. 1881, hout, ungesohlt, met dekkleed, vast
dek, tragfertigkeit in Ctr. zu 50 Ko1991 ton, klasse A3,
geklassific. 10 januari 1862 te Dordt. Waarde DM
5.500,-
Ca. 1884
Laatste onderzoek 27 februari 1884 te Dordrecht,
Bouwjaar Groningen 1863, belangrijke reparatie in 1882,
Ned. vlag, van hout, ungesohlte Tjalk, vast dek, met
dekkleed, bemann. 2, waarde DM 7500,-.
1884 P. de
Leeuw van Weenen Roosendaal De Vijf Gebroeders z.s.,
patent Dordrecht 1873 van Keulen tot in Zee
De
Tak JAN DE LEEUW VAN WEENEN*1835
Nieuwe Zorg

Zoon Pieter
*1863 voer als binnenvaartschipper op de "Nieuwe
Zorg". Zijn zoon Adrianus
* 1903 volgde zijn vader op op ditzelfde schip
voordat hij brugwachter werd. Adrianus heeft een hele
mooie tekening gemaakt van de Nieuwe Zorg. Zoek deze
maar eens op op zijn site. Het ijzeren
Tsjalkschip is in 1896 gebouwd te Sliedrecht.
Op hoop van zegen

Een
zoon van Pieter
*1863, Willem
*1902 was binnenvaartschipper op het schip 'Op
hoop van zegen'.
Het schip is in 1902 gebouwd bij scheepswerf Van den
Andel te Papendrecht. Het schip was 129 ton en had toen
de Roosendaalse maat. Voordat Willem op het schip voer,
was Jan van Utrecht eigenaar. Die staat samen met zijn
familie op de luiken van het schip. Hij lag toen in
Terneuzen.
Ambulant
(De eerste )

Een
andere zoon van Pieter*1863,
Jan *1893, voer
als binnenvaartschipper op schip 'Ambulant' van 1927 tot
1962.
Zijn zoon Arie
*1928 heeft na hem ook op de Ambulant gevaren, en
wel van 1962 tot 1974.
Ambulant
(De tweede )

Daarna
kwam er een tweede Ambulant van 1974 tot 1980 bevaren
door Arie *1928.
Ambulant
(De derde )

Ten
slotte kwam er een derde Ambulant. Deze werd ook bevaren
door Arie *1928
van 1980 tot 1994.
Alzando

De zoon van Arie *1928 , Jan Geert
1965 heeft gevaren op de eerste Alzando van 1990
tot half 1996.
Alzando

Jan
Geert 1965 heeft daarna gevaren op nog een
Alzando. Nu van 1996 tot half 1998.
Economie
Een
zoon van Adrianus*1868,
Jan Jacob
*1900 was in 1924 sleepbootkapitein en eigenaar
van 'De Economie' Deze is in 1923 gebouwd bij
Machinefabriek Kreber te Vlaardingen. Iin 1963 is dit
schip verkocht aan van de Marel in
Ouwerkerk, Schouwen en Duiveland.

De Maria
Jan
*1835 voer als binnenvaartschipper op het schip
'Maria'. Zijn zoon Adrianus
*1868 heeft op ditzelfde schip gevaren. Zou hij
het schip genoemd hebben naar zijn dochter, Maria de
Leeuw van Weenen 1899 of zijn dochter naar het schip?
Op de site van Gensearch
staan Rijnvaartpatenten vermeld te Dordrecht 1862-1875.
Op 12 december 1867 is pattent nummer : 412 verleend aan
J. de Leeuw van Weenen voor het schip : De Vrouw Maria.
Ik vermoed dat dit dezelfde is.
Grootte schip : 1343
Soort schip : tjalkschip
ongevoerd en overdekt
Schip geschikt voor : alle goederen
( Bron: Stadsarchief Dordrecht/DiEP 67-10 NB.)
Op 1 juli 1871 werd onder pattentnummer 051 de grote van
het schip herzien: 1672,14
Drie Gebroeders
3 dagen na de
herziening van De Maria werd een patent verleend aan Jan *1835 voor
het schip de Drie Gebroeders. In de
Rheinschiffs-Registers in de bibliotheek van het
Maritiem Museum kunnen de volgende gegevens over dit
schip worden teruggevonden (met dank aan Ben Remie):
J. de Leeuw van Weenen Steenbergen Drie Gebroeders
patent Den Haag 4 juli 1871 voor z.s. van Bazel tot in
Zee.
In de voor het Maritiem Museum Rotterdam door
George Snijder in 2010 gedigitaliseerde liggers
(scheepsmetingen) staat het volgende over dit schip:
Gebouwd in Foxholsterbosch in 1884. Een overdekte
Tsjalkschip van hout.
Elizabeth

Adrianus
*1868 heeft ook als binnenvaartschipper gevaren op
de 'Elizabeth'.
De klipper Elizabeth is in opdracht van Adrianus gebouwd
in 1901 te Vrijenban (Delft) bij de werf Boot.
De huidige eigenaar heeft er een mooie site over: www.de-inspiratie-boot.nl
De Telefoon I
Zijn dochter
Wilhelmina Cornelia de Leeuw van Weenen *1866 voer samen
met kapitein Jacobus Timmers *1859 op de sleepboot 'De
Telefoon I' 'De Telefoon II' .
De Zwerver
Een
andere dochter, Adriana de Leeuw van Weenen *1870, voer
met schipper Antonie Arie Vissers *1865 , op het schip
'De Zwerver'.
Ida
Dochter
van Pieter
*1863, Maria
*1897 voer met binnenvaarschipper Marinus Cornelis
van Westen op schip 'Ida'.
De
Tak MARTINUS DE LEEUW VAN WEENEN*1849
Nymegen
In
de Rheinschiffs-Registers in de bibliotheek van het
Maritiem Museum kunnen de volgende gegevens over dit
schip worden teruggevonden (met dank aan Ben Remie):
1879 M de Leeuw van Weenen, Nijmegen Nymegen no. II
(stoom) eigenaar.
Ca. 1884 Kapitein M. de Leeuw van Weenen, eigenaar
H. de Bout, Nijmegen. sleepschip, klassif. Rdam.,
schroef, 50 epk, 400 ton, bjr. 1872, van ijzer, 6
bemann., waarde DM 51.000,-.
Koekoek
In
de Rheinschiffs-Registers in de bibliotheek van het
Maritiem Museum kunnen de volgende gegevens over dit
schip worden teruggevonden (met dank aan Ben Remie):
1890 M. de Leeuw van Weenen Dordrecht ss. Koekoek
1890 M. de Leeuw van Weenen ??? ss. Wacht am Rhein,
patent Den Haag 24 oktober 1876 voor s.s. van
Mannheim tot in zee. (deze laatste zin kan ook slaan op
s.s. Nymegen).
Stoomschip Slot Weena

Foto gekregen van Roel Zwama van http://surf.to/shiplover
Niet
tot de familie behorend, maar wel leuk om te vermelden,
is dat er een stoomschip is vernoemd naar het Hof van
Weena. Lees
hier meer over het bizarre verhaal van dit
Stoomschip.
Een
reactie op bovenstaande gegevens is zeer welkom.
Mail me op 
|